Balenciaga
Cristóbal Balenciaga (1895-1972) was van 1937 tot 1967 de ‘couturier der couturiers’. Balenciaga was een van de meest gerespecteerde modehuizen. In 1937 opende Balenciaga zijn couturehuis aan de Avenue George V in Parijs, maar pas na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij een duidelijke persoonlijke stijl. Hij sneed kragen zodat ze van de hals afstonden, mouwen werden verkort en stoffen met een zware textuur werden zo gevormd dat ze strak om het lichaam zaten. Hierdoor ontstond een eenvoudige lijn met slechts een paar onopvallende naden. In de jaren 50 van de vorige eeuw creëerde hij met de hemdjurk een geheel nieuw silhouet door de schouders te verbreden en de taille te laten verdwijnen. Vanaf 1951 ontwikkelde en verfijnde Balenciaga voortdurend stoffen. Hij ontwikkelde samen met het Zwitserse textielbedrijf Abraham een zijden gazar, een stof die verbonden is met zijn ontwerpen. In de periode na de Tweede Wereldoorlog handhaafde de couturier zijn naam als een merk van luxekleding en werd internationaal even bekend als Dior en Chanel. In 1968 sloot hij zonder aankondiging de deuren van zijn modehuis. Na zijn overlijden in 1972 was het modehuis niet meer actief tot het bedrijf Jaques Bogart in 1986 het overnam. In 1992 werd de ontwerper Michel Goma vervangen door Josephus Thimister. In 1997 werd Nicolas Ghesquière hoofdontwerper. In 2001 kreeg de Gucci Group het huis in handen, in dit jaar lanceerde ze de Lariat, een handtas, die meteen een bestseller werd (zie plaatje hieronder).