confectie
Wat is nu eigenlijk confectie? We leggen je het hieronder uit!
Confectie betekent kleding en schoenen die aangeboden worden in afgewerkte staat en in standaard maten geproduceerd worden. Ze worden dan ook in massaproducties geproduceerd. Massaproductie is productie van dezelfde soort kledingstukken in grote hoeveelheden. Massaproductie vindt vaak plaats in Lage Loon Landen, zoals India, China, Thailand, Vietnam, Filippijnen, Mexico, Taiwan en Pakistan. Omdat de lonen in deze landen laag zijn, kan de prijs van een kledingstuk laag gehouden worden. Vele merken laten hun confectiekleding dan ook in Lage Loon Landen produceren.
De groep ontwerpers die confectie kleding ontwerpt, is oneindig groot. Deze kleding wordt verdeeld in verschillende maatgroepen, vaak worden de aanduidingen XS (extra small), S (small), M (medium), L (large), XL (extra large), XXL (double extra large) en XXXL (extreme large) gebruikt. Het is logisch dat de pasvorm niet bij iedereen precies aansluit. De kledingmarkt bestaat voor ongeveer 90% uit confectiekleding.
De ideeën en benaming voor de confectie kleding werden ontleend aan het Amerikaanse voorbeeld van ‘ready to wear’, die daar al in jaren '40 zijn intrede had gedaan. In 1959 lanceerde Lanvin het woord prêt-à-porter. Prêt-à-porter kleding zijn als het ware designer kleding die klaar zijn om gedragen te worden en dus iets luxer zijn dan confectie kleding. Deze kleding is dan ook iets duurder dan confectie kleding. Deze kleding is dus voor een breder publiek toegankelijk dan alleen de haute couture. Bekende voorbeelden hiervan zijn Chanel en Dior. Nieuwe collecties voor confectiekleding worden twee keer per jaar (dus in elk modeseizoen) door modehuizen gepresenteerd, vaak tijdens een modeweek.
Vaak worden confectie en prêt-à-porter als hetzelfde gezien, maar werkelijk zit er wel een verschil in. Maar er zijn ook winkelketens die alleen in confectiekleding handelen, dit zijn bijvoorbeeld H&M, C&A en Zeeman.
Om onderscheid te maken tussen low budget massatextiel en betaalbare hippe kleren worden de termen High Street en High End gebruikt. High Street slaat op alle modieuze ketens die je in bijvoorbeeld de Kalverstraat in Amsterdam of in Oxford Street in Londen tegenkomt. Voorbeelden van deze ketens zijn River Island, Only, Zara, Bershka enz. High End slaat op bijvoorbeeld de Gucci’s en Louis Vuittons van de stad.
Je hebt nu een stukje kunnen lezen over haute couture en confectie. Mocht het verschil je nog niet helemaal duidelijk zijn lees dan even onderstaand stukje, hierin benoemen we nog een keer kort de verschillen.
Er zijn dus een aantal duidelijke verschillen tussen haute couture en confectie. Bij haute couture worden er één of enkele exemplaren geproduceerd. Deze worden op het lijf van de koper gemaakt. Bij confectie worden er juist grote aantallen in massaproducties geproduceerd. Deze kleding wordt niet op maat gemaakt, maar in confectiematen geproduceerd. Haute couture wordt volledig met de hand gemaakt en in één jurk zit uren werk. Bij confectie worden er zoveel mogelijk exemplaren gemaakt in een zo’n kort mogelijke tijd. Haute couture wordt in Parijs gemaakt, terwijl confectie in Lage Loon Landen wordt gemaakt. Haute couture wordt van kwalitatief betere stof gemaakt dan confectie. Dit zijn allemaal verschillen die je uiteindelijk terug ziet in de prijs. De prijs van haute couture is vele malen hoger dan van confectie. Daardoor is haute couture voor een vele kleinere doelgroep bestemd dan confectie.